De terugreis door Frankrijk
Van Espot naar Andorra
Om half negen zitten we aan het ontbijt en het is iets na negen uur als we uit Espot wegrijden. De route naar Andorra la Vella (de hoofdstad van Andorra) gaat via Sort en voert over vele bergwegen. Het is leuk rijden zo. We gaan omhoog tot de pas op ruim 1700 m en daarna logischerwijs weer omlaag tot zo'n 750 m. Het uitzicht is vaak prachtig en we kunnen vanwege de lichtval makkelijk een vijftal dalen achter elkaar onderscheiden. Helaas is dat wel met tegenlicht waardoor het voor het maken van foto's geen geschikt moment is. Uiteindelijk komen we bij de grens van Andorra waar een flinke rij auto's staat. Toch mogen we na enige tijd zonder controle doorrijden. Formeel is Andorra geen onderdeel van de EU, maar ze hebben er wel een speciale band mee. Er wordt relatief weinig belasting betaald waardoor onder andere de benzine slechts € 1,23 kost (in Spanje is dat € 1,43). Morgen waarschijnlijk dus toch maar even tanken voordat we het land weer verlaten.
Om kwart over twaalf zijn we bij ons hotel, waar we de kamer nog niet in kunnen, maar wel de bagage uitladen en naar de nabij gelegen parkeergarage rijden. Hier betalen we € 14,45 voor 24 uur.
Vervolgens lopen we de stad in, of liever gezegd het shopping gedeelte. Hoewel op de kaart aangegeven staat dat er diverse winkelstraten zijn, blijkt dit in de praktijk slechts één straat te zijn. Het aantal winkels in de andere straten is te verwaarlozen.
Lang niet alle producten zijn echt goedkoper dan bij ons. Parfum is vreemd genoeg wel flink voordeliger (als we althans de geadverteerde Franse en Spaanse prijzen mogen geloven) en we zien dan ook erg veel parfumerie winkels.
Als we aan het einde van de winkelstraat zijn draaien we om en lopen naar het hotel waar we onze sleutel krijgen. Vervolgens gaan we naar het oude centrum dat om de hoek van het hotel ligt.
Hier bekijken we de smalle straatjes, waar er nog maar weinig van zijn, maak ik een 360 graden panorama en lopen langs de kerk van Sant Esteve, die helaas gesloten is en uiteindelijk langs het parlementsgebouw.
Om half vier zijn we terug bij het parlementsgebouw waar we een half uur durende rondleiding krijgen (in het Engels) over de geschiedenis van dit Casa de la Vall (uit 1580).
Het is nog steeds onderdeel van het parlementsgebouw, maar tegenwoordig vindt de meeste activiteit in het naastgelegen moderne gebouw plaats. Vanaf het grote plein is alles goed te zien en maak ik een 360 graden panorama.
Morgen, 8 september, is het echter de nationale feestdag Mare de Deu de Meritxell waardoor er een speciale vergadering van de regering in dit oude gedeelte van het gebouw is.
Als de rondleiding is afgelopen zien we bij de kerk een begrafenis, maar we gaan maar niet mee naar binnen. Wel zien we dat er om negen uur vanavond een processie is.
Die willen we wel zien. We moeten uiteraard ook nog eten en naast de kerk zit een goed uitziend Paella restaurant.
We winkelen nog wat, maar helaas gaat het tegen een uur of zes onweren en hard regenen. Dat blijft het de hele avond doen. De restaurants gaan pas om 8 uur open horen we van de receptionist in het hotel. Dus gaan we ook dan pas naar buiten om te eten. Helaas blijken vele restaurant(je)s gesloten. Ik vermoed vanwege de feestdag morgen. We lopen daarom verder dan gewenst en komen toch uit bij de kerk. Ook dat leuk uitziende paella restaurant naast de kerk blijkt gesloten. Dan maar terug naar het pleintje ernaast. Deze bistro is al de hele dag open: hadden we dus ook eerder kunnen gaan eten! De paella smaakt prima, maar de bediening is ongeïnteresseerd. Door de regen lopen we weer naar het hotel. Een processie hebben we niet gezien.
Van Andorra naar Millau
Vanmorgen is de straat nog nat. Na het prima ontbijt ga ik de auto halen en betaal geen € 14,45, maar € 12,25. Ik vermoed dat het vandaag gratis of goedkoper is vanwege de feestdag. Om iets over negen uur rijden we weg van het hotel. De benzine is in Andorra goedkoop, maar ik hoef nog niet te tanken (€ 1,24 versus € 1,43 in Spanje en € 1,58 in Frankrijk). Toch tank ik 's middags in Millau voor € 1,49 bij een lokaal station.
De route voert ons omhoog van Andorra la Vella, de hoofdstad, naar een pas op ruim 2000 m hoogte. Helaas is het bewolkt waardoor we wat minder zicht hebben en foto's maken geen mooie plaatjes opleveren. Toch genieten wij van het uitzicht.
We gaan verder over de hoofdweg van Andorra naar de grens met Frankrijk. We vervolgen onze weg binnendoor naar Ax en Foix waar we de snelweg nemen richting Toulouse om al snel af te slaan bij Pamier in de richting van Mirepoix.
Hier rijden we tussen de enorme velden met (helaas uitgebloeide) zonnebloemen door in de Languedoc streek en hebben we bij een lokaal vliegveldje nog eenmaal een prachtig zicht op de (soms) besneeuwde toppen van de Pyreneeën.
We rijden richting Carcassonne waar we de snelweg weer opdraaien en via Narbonne (hoogte zo'n 50 m) naar de A9 rijden. Dit is de bekende route du soleil. Voor Montpellier buigen we af naar de A75 richting Clermond Ferrand.
We stijgen alweer een tijdje naar het Massif Central op een hoogte van ongeveer 850 m en nadat ik vier uur gereden heb besluit ik even te stoppen bij een wegrestaurant. Aangezien het inmiddels lunchtijd is eten we hier ook een broodje.
Na een half uur vertrekken we voor het laatste stukje naar het Viaduct van Millau: een enorm bouwwerk met de hoogste brugpijlers van Europa: ruim 340 meter hoog. Het is een gigantisch bouwwerk met zeven pylonen dat in 2004 in gebruik is genomen. We rijden over deze tolbrug heen (€ 7,30) en stappen uit op de naastgelegen parkeerplaats. Hier maken we de bekende toeristen foto's. Straks beneden in Millau doen we dat wel beter (denken we nu nog) en rijden naar het hotel. Deze Gite des Grands Causses ligt in een buitenwijk van Millau op een hoogte van zo'n 400 m. We hebben geluk: de eigenaar komt ook net aanrijden. Normaal kunnen we pas na 18 uur inchecken, maar hij is zo vriendelijk om ons nu al de sleutel van de kamer te geven.
Meteen daarna vertrekken we naar de Gorges du Tarn. Het is dan rond drie uur. Volgens de eigenaar is dit mooier en leuker dan de grotten van Roquefort waar we ook vlakbij zijn en de bekende kaas gemaakt wordt. Dit alles in de streek met de naam Aveyron. We besluiten via de snelweg via Le Massegros naar Saint Georges de Lévejac te rijden waar vlakbij het uitzichtpunt met de naam Point Sublime ligt. Omderweg zien we de lucht steeds donkerder worden en links van ons lichtflitsen naar de aarde schieten. Rechts, waar wij heen gaan, is het nog wat lichter. Onderweg op de snelweg krijgen we toch regen en flink ook! Als we bij het uitzichtpunt aankomen is het nagenoeg droog en kunnen we toch de hele Tarn zien. Ik kan hier zelfs een 360 graden panorama maken. In de verte zien we de buien hangen. Ook zien we bootjes (kano's en rafts de rivier afzakken). Zodra we weer instappen om vanaf deze hoogte van zo'n 800 m naar het rivierdal op een hoogte van rond de 350 m te rijden begint het weer te regenen. Via Les Vignes gaan we naar Le Rozier. De regen houdt helaas niet meer op en we zien dan ook soms niet eens meer de toppen van de omliggende scherpe rotsen die de Gorges omsluiten. Jammer hoor!
We houden het voor gezien en rijden verder naar Millau. In Aguessac stop ik nog bij de toerist info waar ik uitstekende kaarten en informatie over Millau krijg (waar ik kan tanken, waar we kunnen eten en hoe laat, etc.).
Na het tanken besluiten we toch maar naar de Mc Donalds te rijden, want om nu nog anderhalf uur te moeten wachten totdat de restaurants open gaan willen we niet. Om kwart over zes rennen we door de regen naar binnen, eten wat en rennen terug naar de auto.
Het Viaduct van Millau is inmiddels helemaal in de mist verdwenen; er is nog één pyloon te zien. Dat rennen herhalen we bij de Gites waar we iets na zeven uur terug zijn. Ik denk dat we de enige gasten zijn.
Jammer, te weinig gezien van deze mooie streek, maar ik denk dat we hier nog wel een keer terug komen met mooi weer.
Van Millau naar Orléans
Om acht uur ontbijten we simpel en rond tien over half negen rijden we weg van de gite. Het is droog, maar enorm mistig. Van de omgeving is dan ook niets te zien. We rijden rustig door de wijk en ook net daarbuiten zien we niet meer dan hooguit 150 m. De eerste paar honderd meter op de snelweg zijn ook niet best, maar dan opent de snelweg in elk geval op en kunnen we lekker doorrijden. Vanwege de hoogteverschillen (we rijden tussen de 550 en zelfs 1121 m hoogte), de vele bochten en het natte wegdek is 130 lastig en ook de borden zorgen ervoor dat we regelmatig rustiger moeten rijden. De snelweg is dan wel vrij en redelijk rustig, de omliggende dalen hangen nog vol met mist. Alles bij elkaar moet ik me goed op de weg blijven concentreren gedurende ruim anderhalf uur. Dan begint de lange afdaling met hellingen van 5, 6 of 7%. Pas na een uur of drie wordt het vlakker, maar blijft het bewolkt, met zelfs heel even een beetje regen. We maken een korte stop en rijden dan door naar het steeds warmer en zonniger wordende noorden.
Na vijf en een half uur slaan we zo'n 30 km voor Orléans af en rijden binnendoor naar het Chateau de la Ferté Saint Auban (zie het 360 graden panorama). Dit kasteel, dat ligt aan de noordkant van Saint Auban, is al 350 jaar bewoont en ook nu wonen er nog mensen. Deze zijn druk bezig het geheel te restaureren en de entreeprijs van € 9,- helpt hen daarbij. Van buiten ziet het er aardig uit. Binnen moet nog veel gebeuren. Diverse kamers zijn in oude luister hersteld en de keuken en de stallen zijn weer vrijwel origineel ingericht.
Na ons bezoek rijden we de resterende 20 km naar Orléans en gaan naar ons hotel. De auto parkeren we in de privé garage om de hoek. De eigenaar legt ons keurig uit wat een mooie wandelroute door de stad is (wij zitten aan de rand van het centrum) waarna wij op stap gaan.
Orléans is natuurlijk de stad van Jeanne d'Arc. Een van de eerste dingen die we tegenkomen is dan ook een monument ter ere van haar. Op dit Place du Martroi maak ik een 360 graden panorama.
Orléans is een oude stad met vele statige gebouwen en een prachtige kathedraal. Volgens een rondleiding die we net horen langskomen is dit de langste kathedraal van Frankrijk. De binnenkant is mooi en hoog.
De ramen en beeldhouwwerken zie er indrukwekkend uit. Helaas kunnen we niet omhoog de toren in; dat is alleen op woensdag en zaterdag om 10:30 mogelijk (tot 23 september). Jammer, want dat uitzicht op deze zonnige dag zal best mooi zijn.
We slenteren verder door de oude stad, bekijken het stadhuis en het park
erachter, de hallen waar vis, vlees, kaas, kruiden en groente wordt verkocht en zakken vermoeid neer op een terrasje voor een koud biertje.
Hierna lopen we terug naar ons hotel restaurant Le Bannier alwaar we een verrassend goed menu voorgeschoteld krijgen: wij kiezen althans voor het menu Gourmand met een voor- en hoofdgerecht voor € 19,90 per persoon.
Voldaan gaan we naar onze kamer waar ik nog een kopje thee drink, want voor het eerst is dit een kamer waarop zich ook een waterkoker bevind!
Bekijk de route die we in Orléans gelopen hebben.
Van Orléans naar huis
Na het ontbijt en een tankbeurt rijden we om precies 9 uur Orléans uit. Het is prachtig weer en op de weg is het rustig tot aan Parijs. Daar komen we even in een kort oponthoud vanwege wegwerkzaamheden waarna we de stad verlaten op de wat drukkere weg naar Lille. Naarmate we noordelijker komen wordt de bewolking dikker. Net over de grens in België houden we een korte stop. Wat direct opvalt is dat we ineens 40 cent voor het toilet moeten betalen, per persoon zelfs. Dat hadden we in Frankrijk en Spanje niet eerder meegemaakt. Gaandeweg wordt het drukker en ook bij Antwerpen loopt het verkeer wat vast, maar veel tijd kost het niet en al snel zijn we over de grens. Hier vervolgen we onze route in de drukte van Nederland, wat een verschil zeg. Bij Utrecht staat zelf een flinke file en dus besluiten we om te rijden over Amsterdam. Zonder problemen zijn we dan ook tegen vier uur weer thuis.